Meer bewegingsvrijheid, een grotere zelfstandigheid en een betere kwaliteit van leven. Dat is het doel van het opendeurenbeleid. Diverse zorgorganisaties worstelen ermee. Ze vinden de veiligheidsrisico’s groot en zijn bijvoorbeeld bang dat bewoners verdwalen als ze naar buiten gaan. Is de angst terecht? Hoe gaan Limburgse zorgorganisaties ermee om? En kan technologie helpen?
Het opendeurenbeleid is onderdeel van de Wet zorg en dwang (Wzd). De kern van deze wet is dat zorg voor mensen met dementie of een verstandelijke beperking zoveel mogelijk op vrijwillige basis plaatsheeft. Als mensen zelf niet goed kunnen inschatten wat goed voor hen is, helpen zorgprofessionals hen om keuzes te maken. Onvrijwillige zorg wordt niet toegepast, tenzij je kunt aantonen dat de cliënt geen verantwoorde keuzes meer kan maken en er sprake is van ernstig nadeel voor de cliënt.
Veiligheid van cliënten
Het opendeurenbeleid binnen de Wzd houdt in dat deuren van kamers én gebouwen niet op slot zijn. Cliënten kunnen zich dus vrij bewegen, ook buiten de zorgorganisatie. Zo ontstaat een open omgeving voor bewoners en zorginstellingen, zo stelt de Wzd. Het zorgt ook voor meer lichaamsbeweging, een betere gezondheid en een betere kwaliteit van leven. Maar veel zorgorganisaties én familieleden maken zich ook zorgen over de veiligheid van cliënten.
Zes Limburgse zorgorganisaties vertellen hoe zij vrijheid bieden en met het opendeurenbeleid omgaan. Nieuwsgierig? Klik dan op de naam van de zorgorganisatie.
Sint Jozef wonen en zorg
‘Duidelijk effect op de lichamelijke en geestelijke gezondheid’
Een opendeurenbeleid? Dat voert Sint Jozef zorg en wonen al sinds 2019, ruim voor de invoering van de Wet zorg en dwang dus. De cliënt vaart er wel bij, zegt manager intramurale zorg Audrey Rinkens. “Kinderen van cliënten zeggen vaak dat hun pap of mam weer opbloeit.”
Niet de Wet zorg en dwang, maar een visie én nieuwbouw deden Sint Jozef besluiten om de deuren open te zetten. “De afgelopen jaren is Sint Jozef volledig vernieuwd”, aldus Audrey. “Het gebouw is verduurzaamd en nieuwe technieken en concepten zijn ingevoerd. De toenmalige bestuurder keek goed vooruit en wilde af van de gesloten afdelingen. Het vernieuwde gebouw biedt een veilige, overzichtelijke, open en sfeervolle woon- en leefomgeving voor de bewoners, veelal mensen met een vorm van dementie. Zij kunnen vrij door het gebouw en de tuin bewegen en vinden hun veilige thuisbasis in een van de huiskamers. Daar wordt dagelijks vers gekookt. Elke dag maken we een fijne dag, samen met familie en vrijwilligers.”
Positieve stemming
De open deuren bieden veel voordelen, zo merken ze bij Sint Jozef. “Toen we nog met gesloten afdelingen werkten, konden bewoners met loopdrang hun energie niet kwijt. Ze liepen letterlijk tegen muren en deuren op en werden vaak verdrietig, gefrustreerd boos of ze trokken zich terug. Nu kunnen ze vrij bewegen. Dat heeft een duidelijk effect op de lichamelijke en geestelijke gezondheid. Ik kan me ook voorstellen dat het de achteruitgang remt; thuis zitten mensen soms veel meer of zijn ze alleen waardoor ze onvoldoende geprikkeld worden om iets te ondernemen. Kinderen van cliënten zeggen ook vaak dat hun pap of mam hier weer opbloeit.” Bovenop de gezondheid zorgen de open deuren ook voor een positieve stemming, aldus Audrey. “Mensen ontmoeten elkaar en hebben meer sociale contacten. Er is meer de beleving van een ‘normale’ dag. En als bewoners beschut willen zitten, kiezen ze voor hun appartement.”
Persoonlijke afspraken
Of iemand vrij naar buiten kan, wordt besproken in een fijn-levengesprek met bewoner en familie. Audrey: “Wat is een bewoner gewend om te doen? Ging hij bijvoorbeeld op een vaste dag op familiebezoek en wil hij dat blijven doen? Kan hij dat zelf? Hoe kunnen wij helpen en wat kan de familie zelf doen? We maken ook persoonlijke afspraken met familie. We bellen bijvoorbeeld de dochter als haar vader naar haar op weg is. Of lopen een paar keer samen de route. Gaat dat veilig, dan laten we hem volgende keer zelfstandig gaan.”
Bezetting
Van sommige bewoners wil Sint Jozef weten of ze weg zijn. Zij hebben een zender om de pols of hals, die tegelijkertijd alarmknop is. En bij weer anderen wordt de zender zo geprogrammeerd dat de deur niet opengaat. “Dan gaan we samen naar buiten. Vaak moet je dat wel plannen, in verband met de personele bezetting. Vrijwilligers, stagiaires en familieleden bieden ook uitkomst. En in de besloten tuin kan iedereen naar buiten.”
De Zorggroep
‘Een cliënt moet zich thuis, veilig en vertrouwd voelen’
Het opendeurenbeleid levert voor 80 procent van de cliënten van De Zorggroep geen problemen op, aldus Theo van Weert, Wzd-deskundige bij de organisatie. “Een heel kleine groep zoekt bewust de uitgang. Dat is een uitdaging, maatwerk.”
De raad van bestuur van De Zorggroep keurde eind 2021 de uitgangspunten voor het opendeurenbeleid goed. Daarin is onder meer opgenomen dat periodiek per cliënt gekeken wordt wat mogelijk is. Ook vastgelegd is dat als één persoon in een woongroep vrijheidsbeperkingen heeft vanwege ‘ernstig nadeel’, de andere cliënten daardoor niet beperkt worden, zij kunnen in vrijheid genieten.
Blauwdruk
“Daarna hebben we een projectplan en invoeringstraject geschreven”, zegt Theo. “Door onder meer corona is de invoering even geparkeerd. We nemen wel al in audits mee hoe de zorg voor vrijheid geregeld is. We laten cliënten die dat kunnen en willen nu al zelfstandig buiten wandelen, soms met ondersteuning van gps. Als er beperkingen voor cliënten gelden, gaan we daarover in gesprek met het team. Ook hebben we in veel woongroepen al de vraag besproken wat er zou gebeuren als de deur van het slot gaat? Daaruit blijkt dat dit voor 80 procent van de cliënten geen probleem zal opleveren.” Tot het concreet zelfstandig kunnen openen van de voordeur door de cliënt is het nog niet gekomen, dus. Maar dat gaat wel gebeuren, verzekert Theo. “De stuurgroep werkt nu aan een blauwdruk om teams te ondersteunen bij de invoering. Wat is er bijvoorbeeld nodig om mensen met dementie veilig te kunnen laten wonen met open deuren?”
Kookboeken
Toch wil De Zorggroep technologische oplossingen niet meteen breed inzetten. “Wij kiezen voor maatwerk voor elke locatie en elke plek. Belangrijk is dat een cliënt zich thuis, veilig en vertrouwd voelt op de plek waar hij woont. Daarvoor is het nodig dat je de cliënt echt kent. Een voorbeeld: een vrouw was valgevaarlijk, daarom heeft ze een tafelblad op haar rolstoel; ze kan daardoor niet zelfstandig opstaan. Mevrouw had vroeger een cateringbedrijf. We hebben overal kookboeken met plaatjes neergelegd. Ze gaat nu in haar rolstoel naar de plekken waar die liggen. Dat geeft haar een gevoel van vrijheid. En het is toch veilig.”
Denken in mogelijkheden
Sommige medewerkers hebben wel zorgen over het opendeurenbeleid, aldus Theo. “Als je alleen staat op een woongroep en een cliënt loopt weg, hoe ga je daar dan mee om? Dat zijn uitdagingen waarmee we zorgvuldig moeten omgaan. En die we goed moeten bespreken met familie. Wat zijn de risico’s? Mensen moeten het opendeurenbeleid gaan ervaren, en in verreweg de meeste gevallen zal het goed gaan. Belangrijk is om in mogelijkheden te denken.”
Land van Horne
‘Thuis verdwalen of vallen ouderen ook wel eens’
Bij Land van Horne is het opendeurenbeleid inmiddels op vier van de vijftien locaties in werking. Technologie – leefcirkels – speelt daarin een belangrijke rol. “Je neemt altijd een risico of afweging, soms op veiligheid, soms op vrijheid.”
Het is waarschijnlijk het droombeeld van elke zorgorganisatie: cliënten gaan lekker naar buiten, doen wat ze willen. Maar de praktijk is weerbarstiger, zo weet Peggy Kuepers-Pennings, Wzd-verpleegkundige bij Land van Horne. “Mensen blijven tegenwoordig zo lang mogelijk thuis wonen. Als ze bij ons komen, hebben ze echt zorg nodig. De groep die stil zit of ligt wordt steeds groter. Dat neemt niet weg dat we ook hun een zo groot mogelijke kwaliteit van leven willen bieden. En dat we de cliënten die wel nog zelfstandig naar buiten kunnen, zoveel mogelijk vrijheid willen geven.”
Leefcirkels
Land van Horne doet dit met behulp van leefcirkels: een bewoner draagt een tag die zijn bewegingsruimte op maat regelt. Sommige deuren gaan open, andere blijven gesloten. “Zo kunnen we de cliënt de vrijheid geven die bij hem past”, aldus Stijn Overbeeke, adviseur zorgtechnologie. “Uitgangspunt is dat alle deuren open zijn, tenzij het niet veilig is.” Inmiddels zijn de leefcirkels bij vier locaties toegepast. “Andere locaties gaan op het opendeurenbeleid over als de technologie op orde is. Per jaar gaat het om één of twee locaties, de voorbereiding kan tot een jaar duren.”
Kwaliteit van leven
Hoeveel bewegingsruimte een cliënt heeft, wordt onderzocht en besproken in een multidisciplinair team en in overleg met de cliënt zelf en zijn naasten vastgesteld. Soms wordt helemaal geen beperking afgesproken. Peggy: “Het is altijd een afweging van vrijheid versus veiligheid. 100 procent veilig én tegelijkertijd 100 procent vrij is een utopie. Je neemt altijd een risico of afweging, soms op veiligheid, soms op vrijheid. Thuis hebben ouderen ook vrijheid en verdwalen of vallen ze wel eens. Moet dat anders zodra ze hier komen wonen? Dat zijn vragen die we bespreken. Waarbij we als zorgorganisatie streven naar kwaliteit van leven.”
Geest van de wet
Op de locaties waar de deuren al openstaan, gaat het goed, zegt Stijn. “Zo’n twee derde van de bewoners kan zich vrij bewegen. In de praktijk neemt maar een kleine groep echt zijn vrijheid. Ook zijn er cliënten die dat wel graag zouden willen, maar voor wie het echt niet veilig is. Hun leefcirkel is beperkter.” Medewerkers vonden het nieuwe beleid ‘spannend’, maar geen van hen wil terug naar de oude situatie. Peggy: “Je hoopt natuurlijk niet dat iemand valt als jij dienst hebt, dan voel je je toch verantwoordelijk. Daarover praten we met elkaar. Medewerkers zijn meegenomen in de geest van de wet. We zijn geneigd om vanuit veiligheid te kijken in plaats van naar vrijheid, we willen zorgen, beschermen. Maar als je vanuit vrijheid handelt, levert dat meer op.”
Proteion
‘Bewoners hebben meer rust als ze vrijheid hebben’
Proteion geeft het opendeurenbeleid vorm aan de hand van leefcirkels. Zowel bewoner als medewerker profiteren van de vrijheden, zegt Wzd-verpleegkundige Nathalie Brouns.
Proteion heeft vier leefcirkels gedefinieerd: de kamer, de woning/groep, het hele gebouw en volledige vrijheid, ook buiten. “In beginsel willen we zoveel mogelijk vrijheid bieden”, vertelt Nathalie. “Leefcirkel 1, de eigen kamer, passen we niet toe. Wat verder mogelijk is, verschilt per bewoner. Dat bepalen we individueel, samen met bewoner, familie en een multidisciplinair team. Dit leggen we vast in het zorgplan en evalueren we standaard in de zorgleefplanbesprekingen. Afhankelijk van de toegekende leefcirkel heeft de bewoner veel meer vrijheid dan in de oude situatie. Met behulp van techniek, zoals sensoren in polsbandjes die geschakeld zijn met de deuren en liften en gps zorgen we ervoor dat een bewoner in zijn of haar leefcirkel blijft.”
Meer rust
De leefcirkels zijn inmiddels actief in acht van de tien huizen, bij de andere twee lopen de voorbereidingen. Nathalie zegt dat de ervaringen positief zijn. “Het zorgt voor meer rust bij bewoners als ze kunnen gaan en staan waar ze willen. Dat is gunstig voor hen én voor medewerkers.” In de praktijk komt het nauwelijks voor dat mensen voor een deur staan die niet opengaat. “Gebeurt het wel, dan kijken we opnieuw naar de mogelijkheden. Kunnen we de leefcirkel toch nog uitbreiden of zijn andere alternatieven denkbaar? Denk aan een vrijwilliger die mee naar buiten gaat, een activiteitenplan of dagbesteding.” Ze geeft een voorbeeld van een bewoner die heel graag naar buiten wilde. “In overleg met het team, familie en de bewoner hebben we besloten om haar volledige vrijheid te geven in combinatie met een gps-systeem.”
In de lift
Niet alle gebouwen van Proteion zijn even geschikt voor het leefcirkelbeleid. Sommige gebouwen hebben bijvoorbeeld hoge trappenhallen. Die zijn gevaarlijk voor bewoners die slecht ter been zijn. Nathalie: “Dan bekijken we hoe we het gebouw veiliger kunnen maken, bijvoorbeeld door de trappenhallen alleen bereikbaar te maken voor personeel en bezoek. De liften stellen we dan juist open voor bewoners. Zij kunnen met de lift van de ene naar de andere verdieping.” Dat wordt ook nadrukkelijk gestimuleerd, weet Nathalie. “Beneden kunnen cliënten een kop koffie drinken en andere mensen ontmoeten of de tuin ingaan. Dat is wel zo gezellig en geeft eigen regie terug aan onze bewoners.”
Nieuw- en verbouw
Wat als het zorgcentrum dicht bij een drukke weg, het spoor of de Maas ligt? Nathalie: “We kijken dan wat de bewoner aankan en zoeken naar passende oplossingen, bijvoorbeeld door techniek in te zetten die het zorgteam een seintje geeft als de bewoner verder dan een bepaalde straal van het gebouw af is. Bij nieuw- of verbouw houden we natuurlijk meteen rekening met de Wzd. Dan kies je veelal voor alleen een begane grond, een grote omsloten tuin, technische voorzieningen en ronde looproutes in plaats van lange gangen. Maar al met al zijn we heel tevreden over hoe het nu gaat.”
Zorgcentrum Beek & Bos
‘Cliënten voelen zich veiliger én zijn gezonder’
Bij Beek & Bos zijn de deuren al sinds 2021 van het slot af. En dat gaat prima, dankzij goede gesprekken met familie, technische hulpmiddelen én creatieve oplossingen. “Cliënten zijn vrijer en trekken meer naar elkaar toe”, zegt verzorgende IG Ria Klein Zieverink.
‘O nee, dat wordt lastig, hoe moet dat allemaal’, was de eerste reactie van medewerkers toen duidelijk werd dat Beek & Bos het opendeurenbeleid gingen voeren. Maar achteraf viel het erg mee, aldus Ria. “Het is geleidelijk en rustig verlopen. In groepsgesprekken met medewerkers van gesloten afdelingen is een duidelijk stappenplan besproken om het in de praktijk te brengen. Ook hebben we persoonlijke gesprekken met medewerkers en familieleden gevoerd: waarom willen we dit, welke risico’s zien we?”
Creatief
Die voorbereiding heeft zijn vruchten afgeworpen, zegt Ria. “We hebben sloten van deuren en kastjes gehaald en ook technologie toegepast. Mensen van wie we bijvoorbeeld niet zeker weten of ze de weg terugvinden, krijgen een gps-tracker mee. En via een dwaalpreventiesysteem kunnen we de buitendeur gesloten houden voor cliënten bij wie dat nodig is. We krijgen dan een signaal dat de cliënt naar buiten wil en kunnen daarop inspelen door samen naar buiten te gaan.” In het begin was er vooral angst voor valgevaar in het trappenhuis, zegt ze. “We hebben de wand en deur bekleed als boekenkast. Je ziet de deur daardoor niet meer. Het is een creatieve, mooie oplossing, zonder dat je een deur op slot doet. Zelfs bezoekers vragen soms waar de deur is.”
Gezellig
Volgens Ria heeft iedereen het opendeurenbeleid goed opgepakt. En is het woonplezier voor cliënten erop vooruitgegaan. “Ze hebben meer vrijheid, het helpt ook bij de gezondheid, merken we. Bovendien trekken cliënten meer naar elkaar toe en zien we dat meer mensen in het restaurant eten. Dat is gezellig en goed voor de sociale contacten.” Problemen zijn er nauwelijks. “Soms loopt iemand met dementie een verkeerde kamer in of neemt per ongeluk kleding van een medebewoner mee. Maar overal staat de naam in, dus dat komt weer goed.”
Overdrijven
“De Wzd is best lastig”, vervolgt ze. “Stiekem pas je vaker beperkingen toe dan je denkt. We zijn er steeds bewuster mee bezig. En vinden ook dat je niet moet overdrijven of doorslaan. Wij vinden het bijvoorbeeld nodig dat een cliënt verzorgd wordt, ook al wil de cliënt niet. Samen met collega’s kijken we steeds wat mogelijk is en zoeken we naar alternatieven.”
Vincent Depaul
‘De deuren staan voor iedereen open’
De bewoners van Vincent Depaul zijn begin 2023 verhuisd van een kleine, donkere afdeling met nauwe gangen naar een nieuw fris, licht pand. Tegelijkertijd is het opendeurenbeleid ingevoerd. Bewoners hebben alle vrijheid, tot het moment dat blijkt dat het niet veilig is. Ondernemers in de buurt doen ook mee.
Leven in vrijheid, lekker vrij bewegen. In het oude pand van Vincent Depaul was het nauwelijks mogelijk, zegt kwaliteitsverpleegkundige Susan Smets. “Er was één gang met weinig licht, het voelde somber aan. Mensen voelden zich soms opgesloten. In het nieuwe pand kun je lekker een rondje lopen. Dat gevoel doet al veel, zonder dat je deuren echt openzet.” Maar dat laatste gebeurt ook volop. “We hebben alles van tevoren goed met bewoners en vertegenwoordigers besproken. Dat is heel natuurlijk gegaan. Na de verhuizing zijn de deuren echt opengegaan.”
Maatwerk
In eerste instantie krijgt iedereen volledige vrijheid, zegt ze. “We observeren de bewoners. Zoekt iemand echt de uitgang of wil hij alleen even de benen strekken? Samen ontdekken we dat. Pas als we zien dat het onveilig wordt, dan bespreken we eventuele aanpassingen. Dat is maatwerk.” Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om een gps-tracker. “Die kan voor rust zorgen, vooral voor de familie. We gebruiken zo’n tracker niet om mensen in hun vrijheid te beperken.”
Pop-up keuken
De nieuwe vrijheid werkt positief op de gezondheid – lichamelijke klachten nemen af – en op het gedrag van bewoners, zegt Rianne Gielen, gespecialiseerd verzorgende psychogeriatrie. Volgens haar komt dat ook omdat er nu echt naar bewoners geluisterd wordt. “We willen de bewoner kennen. Zijn achtergronden, de levensgeschiedenis. We ontwikkelen daarvoor een instrument, Mens in beeld. Dat is een uitgebreide vragenlijst. We merken dat vanuit vroeger veel ervaringen liggen die je terugziet in gedrag. Traumatische herbelevingen, verliezen, overlijdens. Dat neem je niet weg met een tabletje, maar wel door erop in te spelen. We hebben bijvoorbeeld een pop-up keuken gerealiseerd die bewoners kunnen aankleden met spullen uit de eigen keuken thuis. Dat kun je ook met een tuin doen. Alternatieven liggen niet standaard klaar, daar moet je creatief in zijn.”
VR-ervaring
De zorgorganisatie gebruikt VR-brillen om medewerkers, familie en vrijwilligers bewust te maken van hun eigen handelen. Annemiek Gooren, ook gespecialiseerd verzorgende psychogeriatrie: “Ze kijken als het ware door de ogen van een mens met dementie. Dat zorgt voor bewustwording.” Ook ondernemers in de buurt worden op die manier meegenomen, zegt ze. “Door hun vrijheid kunnen bewoners in Panningen rondlopen. De VR-ervaring maakt ook ondernemers bewust van het ziektebeeld. We geven ze ook handvatten om signalen te herkennen en hoe ze het beste met de doelgroep kunnen omgaan.” Ondernemers gaan goed met de bewoners van Vincent Depaul om. “Niet alleen binnen de organisatie, ook als maatschappij moet je dealen met dementie. Als specialisten kunnen we daarbij helpen.”